Hulp nodig? Gebruik dan deze werkwoordspelling app.

 

We oefenen op de werkwoorden: TEGENWOORDIGE TIJD

Werkwoorden vervoegen: t.t. en geen pv. (1)

Werkwoorden vervoegen: t.t. en geen pv. (2)

Werkwoorden vervoegen: t.t. en geen pv. (3)

Werkwoorden vervoegen: t.t. en geen pv. (4)

Werkwoorden vervoegen: t.t. en geen pv. (5)

 

We oefenen op de werkwoorden: VERLEDEN TIJD

Werkwoorden vervoegen: v.t. met klankverandering (1)

Werkwoorden vervoegen: v.t. met klankverandering (2)

 

Werkwoorden vervoegen: v.t. zonder klankverandering (1)

Werkwoorden vervoegen: v.t. zonder klankverandering (2)

 

Werkwoorden vervoegen: v.t. (1)

Werkwoorden vervoegen: v.t. (2)

Werkwoorden vervoegen: v.t. (3)

 

Werkwoorden vervoegen: v.t. en geen pv. (1)

Werkwoorden vervoegen: v.t. en geen pv. (2)

Werkwoorden vervoegen: v.t. en geen pv. (3)

Werkwoorden vervoegen: v.t. en geen pv. (4)

Werkwoorden vervoegen: v.t. en geen pv. (5)